Welkom bij Distrivers

Foodprint, duurzaam eten

Slik…., even met de spreekwoordelijke billen bloot. Ik leef op te grote milieuvoet. Als jullie allemaal zijn zoals ik, hebben we 3,7 aardbollen nodig om te kunnen leven, althans volgens de ecologische footprint test die ik deed op de site van het Wereld Natuur Fonds.

Middels een aantal vragen over je leefstijl, wordt berekend hoeveel van de aarde jij benut. Gemiddeld heeft een mens vier voetbalvelden tot zijn beschikking. Wij vragen meer van de aarde dan wat ze kan leveren en dat heeft invloed op alles om ons heen. We vervuilen dus op grote schaal onze leefomgeving en putten onze hulpbronnen uit.

Ik ben natuurlijk niet geheel naïef, in grote lijnen weet ik wel dat ik behoorlijk wat voetbalvelden in gebruik heb. Hoe kan ik daar dan eenvoudig verandering in aanbrengen? De ecologische footprint geeft hier een aantal praktische tips voor, verdeeld over een aantal aandachtsgebieden:

  • Voedsel;
  • Energie;
  • Afval;
  • Vervoer;
  • Vakantie.

In mijn geval kwam er (niet toevallig) uit dat ik op gebied van voeding wel het een en ander kan wijzigen om zo te zorgen dat ik een betere footprint of eigenlijk dus food print achterlaat. We vinden het tegenwoordig allemaal heel normaal dat we het hele jaar door aardbeien kunnen krijgen, we zalm eten die in Zuid Amerika wordt gevangen en dat ons rundvlees sightseeing in Brazilië heeft gedaan. Logistiek gaat echter hand in hand met CO2 uitstoot, doordat o.a. de vervoersmiddelen gebruik maken van fossiele brandstoffen. Om de complexiteit nog maar eens te benadrukken, soms kan het zo zijn, als alle milieubelasting bij elkaar opgeteld wordt, het onder de streep beter voor het milieu is om tomaten uit Spanje te halen, dan om Hollandse tomaten uit het Westland te eten. Wanneer de kwekers in Nederland echter op een milieubewuste manier met hun producten omgaan, ziet het plaatje er alweer anders uit.

Diverse bronnen over reductie van de ecologische voetafdruk/carbon footprint geven allemaal aan dat je door minder vlees en zuivel te nuttigen een positieve bijdrage kunt leveren aan het milieu. Dat roept de vraag op waarom dat zo is?

In het kort komt het op de volgende punten neer:

  • 26% van het niet door ijs bedekte land op onze aarde wordt gebruikt voor veehouderij. Om al deze dieren te kunnen voeren, wordt 33% van de landbouwgrond gebruikt om gewassen te telen die gebruikt worden als diervoeder. Deze grond en gewassen kunnen nu dus niet gebruikt worden voor het telen van (plantaardig) voedsel voor de mens. Enige nuance in het percentage is op zijn plaats: niet overal waar dieren lopen is het land geschikt voor landbouw;
  • Naast dat de dieren land gebruiken waar je ook gewassen op zou kunnen telen om mensen te voeden, kost het houden van dieren ook water. Een kilo rundvlees ‘produceren’ kost ± 15400 liter water. Ter vergelijking: de productie van een kilo mais kost 1220 liter;
  • Het houden van vee heeft daar­naast als bijkomend effect dat er flink wat broeikasgassen (Kool­dioxide, Methaan en Lachgas) vrijkomen. Wereldwijd is 14,5% van al het broeikasgas afkomstig van veeteelt.
  • Minder vlees betekent dat (een gedeelte van) de grond gebruikt kan worden om gewassen te kweken om mensen te voeden en dat er minder broeikasgassen uitgestoten worden door vee en dat er minder water gebruikt wordt.

Een verschuiving van dierlijk naar plantaardig is naast dat het goed is voor het milieu, ook bevorderlijk voor onze gezondheid. De reden hiervoor is dat de consumptie van te veel vlees in verband gebracht wordt met allerlei ziektes zoals beroerte, type 2 diabetes en kanker. Zowel voor onze gezondheid, als voor het milieu, is het dus beter om minder vlees te consumeren.

Is massaal overstappen op biologisch vlees ook beter voor het milieu?

Zoals te verwachten is op deze vraag geen eenduidig antwoord te geven. Duurzaam gehouden vee neemt meer plaats in beslag, leeft langer, eet en drinkt daardoor meer en stoot langer broeikasgassen uit dan vee wat intensiever gehouden wordt. Het kan zo zijn dat vee uit een megastal die groene stroom gebruikt, duurzamer is dan vee wat het predi­caat biologisch heeft. Wanneer we de bevolkingsgroei (±10 miljard in 2050) in acht nemen, denk ik dat we de aarde flink moeten uitbouwen om iedereen te voorzien van een biologisch stukje vlees. Met andere woorden biologisch vlees, leent zich waarschijnlijk minder voor massa­productie.

Als een vis in het water

Vis zorgt ook voor milieudruk. Vis neemt dan wel geen landbouwgrond in beslag, maar om vis te vangen zijn er boten, diepvriezen, koelhuizen etc. nodig. Door de grote vraag naar vis, ligt voor sommige vissen over­bevissing op de loer en moeten andere vissen zich zorgen maken, omdat ze ongewild slachtoffer worden als bijvangst. Kweekvis kan, mits op de juiste wijze gekweekt, wel zorgen voor minder milieudruk, maar heeft weer andere bijkomende issues zoals gebruik van antibiotica.

Let’s go vegan

Na het lezen van diverse stukken omtrent milieudruk, ben ik niet verbaasd dat zelfs een vegetarische maaltijd soms niet milieuvriendelijk is. Veel van de vegetarische vlees­vervangers bevatten bijvoorbeeld soja. Om soja te kunnen telen, wordt regenwoud gekapt. Het geval wil dat de vraag naar soja toeneemt als de vraag naar vlees toeneemt, omdat soja een belangrijk onderdeel van veevoer is. Vleesvervangers op basis van zuivel zorgen daardoor voor evenveel milieudruk als een stukje varkensvlees. Ook hier geldt dat afhankelijk van de teeltwijze (groen of minder groen), het seizoen waarin je het wilt eten, soort vervoer etc, de milieudruk enorm kan verschillen. Zorgvuldig kiezen lijkt het devies.

Conclusie

Ik heb gemerkt dat de materie enorm complex is. Het is niet zo dat een vleeseter in zijn eentje onze aarde milieu-technisch om zeep helpt. De werkelijkheid ligt genuanceerder. We hoeven dus niet allemaal vegetariër te worden. Vee is eigenlijk ook nodig, omdat voor ons ontoegankelijke eiwitten zoals gras en graan om te zetten in toegankelijke eiwitten zoals melk, eieren en vlees. In een circulair systeem, hoort er dan ook bij dat je het vlees en de mest wat voortkomt uit dit proces ook zo volledig mogelijk benut. We zijn wellicht een beetje doorgeschoten, waardoor het geen sluitende cirkel meer is en de balans dus zoek is geraakt. We kunnen nog heel wat stappen maken op weg naar een betere ‘foodprint’. Natuurlijk zijn er grotere taken weggelegd voor onze overheden, zowel lokaal, centraal als internationaal. Dat ontslaat ons denk ik echter niet, om ons best te doen om onze milieulast te drukken. Bijvoorbeeld door:

  • Minder vlees en zuivel te eten;
  • Producten zoveel mogelijk eten wanneer de natuur ze aanbiedt;
  • Vis met een keurmerk (MSC of ACS) te kopen;
  • Vleesvervangers op basis van peulvruchten, noten of biologisch soja te kiezen;
  • Als we vlees eten, soorten te kiezen die een lagere milieulast hebben, zoals kip

Veder ben ik er voorstander van dat iedereen vooral moet leven zoals het hem of haar gelukkig maakt. Nou ja, binnen de grenzen van wat maatschappelijk toelaatbaar is dan.

terug naar boven