Welkom bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
We geloven niet zomaar alles meer. Was het bij de allereerste volkstelling in 1849 nog zo, dat 95%! van de mensen gelovig was, tegenwoordig is dat cijfer drastisch gedaald naar 50%. Ondanks het feit dat steeds minder mensen geloven, vieren we nog wel de van oorsprong kerkelijke feestdagen zoals Pasen en Pinksteren.
Voor velen van ons, zijn het vrije dagen die we gezellig met vrienden en familie vieren. De oorspronkelijke betekenis van deze feestdagen hebben we ergens op de zolder van ons geheugen opgeslagen. En zoals dat gaat met dingen die op zolder liggen, happen ze stof en glijden langzaam de vergetelheid in.
Kruisiging
De oorsprong van Pasen, ligt bij het Joodse Pesach. Bij dit feest wordt herdacht, dat de Joden zich ontdaan hebben van de slavernij. De christenen zijn zich uiteindelijk meer gaan richten op de weder- opstanding en hebben er voor gekozen om Paaszondag altijd te vieren op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. De donderdag voorafgaand aan Paaszondag heet Witte Donderdag en op die dag herdenken we het ‘Laatste avondmaal’. En op Goede vrijdag wordt de kruisiging van Jezus herdacht.
Paashaas
Pasen lijkt een mengeling van gebruiken. Want hoezo een haas met Pasen en sinds wanneer leggen hazen eieren? Hierover bestaan verschillende mythes. Eén ervan is die van de Duitse godin Ostara (Eostre, Ostern en Easter zijn hiervan afgeleid). Zij liet eens de lente te laat beginnen, waardoor een klein vogeltje bijna het leven liet. Ostara wilde het vogeltje redden, maar het kon niet meer vliegen. Hierop veranderde zij het in een haas. Eens per jaar op de dag dat Ostara werd vereerd kon de haas eieren leggen. Men denkt dat zendelingen in hun poging heidenen te bekeren, het verhaal een beetje naar hun hand hebben gezet, waardoor we nu de wederopstanding van Jezus herdenken én paastakken versiert met hazen en eieren op tafel hebben staan.
Hoort een ei er wel bij?
De gemiddelde Nederlander eet bijna twee dagen per week een (kippen)ei. Eieren maken onderdeel uit van de Schijf van vijf. Twee tot drie eieren per week passen in een gezonde voeding, voor vegetariërs mogen dat er 3 á 4 zijn.
Een ei van 50 gram levert gemiddeld 66 Kcal die voornamelijk uit eiwit en vet bestaan. Het vet zit met name in de dooier. Een ei bevat een heel klein beetje koolhydraten en de vitamine B12, D, A, B2, Foliumzuur plus de mineralen, fosfor, seleen, ijzer en zink.

Cholesterol
Een ei bevat ook cholesterol. Cholesterol is een vetachtige stof, die in de lever wordt aangemaakt, daarnaast krijgen we ook een klein gedeelte via onze voeding binnen. We kennen LDL (het slechte) en HDL (goede) cholesterol. Het LDL vervoert cholesterol van de lever door ons lichaam. LDL kan blijven plakken aan beschadigingen in onze vaten, die door roken, hoge bloeddruk of ouderdom ontstaan. Daardoor kunnen vaten dichtslibben. HDL vervoert het cholesterol de andere kant op, dus naar de lever toe en vandaar uit ons lichaam uit. Een ei bevat beide soorten cholesterol. De bijdrage van cholesterol in onze voeding aan het verhogen van het totaal cholesterolgehalte in ons bloed, is echter vrij bescheiden. Het verzadigd vet uit onze voeding heeft een grotere invloed op het verhogen van het LDL gehalte in ons bloed. Om het cholesterol hoef je het eitje dus niet te laten staan.
(F)eitjes & wist gEI datjes
Het ei van Columbus is een gezegde, dat dateert uit de tijd dat Columbus Amerika heeft ontdekt. Tijdens een diner beweerden tafelgenoten, dat iedereen had kunnen doen wat Columbus deed. Columbus vroeg hierop een gekookt ei en wedde met deze lieden dat het niemand zou lukken om het ei zonder hulp rechtop te laten staan. Dat lukte geen van hen. Columbus tikte met het ei op tafel, waardoor de onderkant plat werd en het ei bleef staan. Waarmee hij maar wilde zeggen, dat als het eenmaal voorgedaan is, weet iedereen hoe het moet.
Een kip legt gemiddeld iedere dag een ei. Dat betekent in Nederland zo’n 10 miljard eieren per jaar gelegd worden. Aan de kleur van het oorlelletje van een kip, kun je zien welke kleur het ei heeft wat ze legt. Een wit lelletje betekent witte eieren en een rood lelletje bruine. De kleur van de schaal zegt niets over de smaak en de voedingswaarde, die is voor beide hetzelfde.
Op ieder ei staat een stempel met een ei-code. Het ei op de foto rechts heeft bijvoorbeeld de code: 2-NL-1234567. Het eerste cijfer geeft aan hoe een kip geleefd heeft:
- 0= biologische ei
- 1= vrije-uitloopei of grasei
- 2= scharrelei of rondeel
- 3= koloniehuisvesting.

Dit nummer zal je niet aantreffen op eieren in de supermarkt, maar mogelijk wel ergens anders of in het buitenland. Dit was eerst het nummer voor kooi-ei, maar dat is vanaf 2012 verboden. De landcode spreekt voor zich, NL wil zeggen dat een ei uit Nederland afkomstig is.
De laatste cijferreeks is een bedrijfscode (5 cijfers) en de allerlaatste cijfers geven aan in welk hok de kip zit. Zo kan terug herleid worden waar het ei geproduceerd is 16,19. Alle eieren die verkocht worden aan consumenten moeten voorzien zijn van een stempel. Ook als je hobby kippenboer bent en je gaat je eieren verkopen, moet er dus een stempel op het ei staan.
Er bestaan verschillende gewichtsklassen voor eieren.
Maat | Gewicht in gram |
---|---|
S | < 53 |
M | 53 – 63 |
L | 63 – 73 |
XL | > 73 |
Een ei is vanaf dat het gelegd is ongeveer vier weken houdbaar, wettelijk is dit vastgelegd op 28 dagen. Om eieren vers te houden, is het het beste om ze in de koelkast te bewaren. Door hun poreuze schil, nemen ze echter wel heel snel geurtjes aan van andere levensmiddelen, dus houd ze uit de buurt van de knoflooksaus. Het is redelijk eenvoudig om te zien of een ei vers genoeg is. Eieren hebben namelijk een vlies tussen de schil en de binnenkant van het ei. Ieder ei heeft ook een luchtkamer. Als het ei ouder wordt, wordt deze kamer groter. Wanneer je een ei in het water legt, gaat het ei met de stompe kant naar boven drijven. Schudden geeft ook informatie over de versheid. Bij een ei wat pas gelegd is, is het eiwit nog stevig. Als het ei geschud wordt, hoor je niets. Bij een ouder ei hoor je de inhoud bewegen in de schil.

Op een paastafel mag een gekookt eitje niet ontbreken. Breng het ei met koud water aan de kook. Een zacht ei kan na 3 á 4 minuten uit het water gehaald worden. Voor een halfzacht ei is de kooktijd 5-6 minuten en een ei is hard bij ongeveer 8 minuten. Eventueel kan het ei in geprikt worden, om te voorkomen dat er tijdens het koken een deukje in het ei komt. Dat deukje ontstaat doordat de lucht in de luchtkamer warm wordt en wil ontsnappen. Als het eiwit gestold is, duwt die de lucht door de poriën naar buiten, maar dan is er al wel een deukje ontstaan. Als je eerst een gaatje prikt, is de lucht al uit het ei. Overigens barst de schil dan ook minder snel.
Wanneer er een gevuld ei op het menu staat, wacht altijd het lastige klusje om het ei van de schil te ontdoen. Een ei van een week oud is makkelijker te pellen, dan een vers ei. Snel een eitje pellen? Doe het ei in een glas wat half gevuld is met water en schud het glas een paar keer op en neer. Voilà de schil laat makkelijk los. Wel met één hand het glas afdekken anders wordt het een smeerboel en begint het eieren zoeken al op tijd. En tot slot een trucje om te zorgen dat je tijdens het paasontbijt bij het eitje tikken door een pestkop niet verrast wordt met een rauw ei. Laat het ei over de tafel rollen. Een rauw ei zal wiebelen en een gekookt ei zal gewoon rollen.
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
Goede voornemens
Gezonder leven staat met stip op de eerste plaats (71%) van de goede voornemens. Strava (een social media community van atleten) heeft onderzocht dat 12 januari de datum is waarop de meeste mensen hun goede voornemens aan de wilgen hangen. Slechts 8% van de mensen bereikt overigens het uiteindelijk voorgenomen doel. Aan het andere eind van dit spectrum staat ondervoeding.
Gemiddeld is één op de vier tot vijf patiënten in ziekenhuizen, zorginstellingen en de thuiszorg ernstig ondervoed. Uit de rapportage Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ) blijkt dat in verpleeghuizen ongeveer 25% van de bewoners ondervoed is en dat ongeveer 40% van de bewoners in een matige voedingstoestand verkeert. Percentages klinken mooi, maar spreken niet altijd tot de verbeelding. Uitgaande van de cijfers van 2018, betekent het concreet dat er zo’n 29.000 mensen in verpleeghuizen ondervoed zijn.
Ondervoed; wanneer ben je dat?
De definitie van ondervoeding is: een lichaamstoestand die wordt veroorzaakt door een tekort aan inname of opname van voeding resulterend in een veranderde lichaamssamenstelling (verminderde vetvrije massa) en lichaamscelmassa, met als gevolg een verminderd fysiek en mentaal functioneren en een slechtere klinische uitkomst van ziekte. Wanneer je niet helemaal ingewijd bent in de materie, is dit een zin die je wel een paar keer moet lezen voordat het helemaal duidelijk is. Kort door de bocht wil het zeggen dat niet enkel het feit dat iemand afvalt of ‘mager’ is, betekent dat deze persoon ondervoed is. Er wordt naar meerdere factoren gekeken om de diagnose ondervoeding te kunnen stellen. Soms ligt er een ziekte of comorbiditeit (tegelijk voorkomen van twee of meer aandoeningen) ten grondslag aan ondervoeding. Daarnaast zijn er nog diverse andere oorzaken zoals: verminderd dorstgevoel, een slecht passend gebit, misselijkheid door medicijngebruik, verminderde eetlust en soms vergeet men ook te eten door een afnemend geheugen.
Complex geheel
Deze complexiteit maakt dat ondervoeding als diagnose wel eens gemist wordt. Dat is begrijpelijk, maar op zijn zachtst gezegd jammer. Ondervoeding heeft namelijk een grote impact op de conditie bijvoorbeeld door:
- onnodig verlies van spiermassa
- trager herstel bij ziekte
- verwardheid
- complicaties zoals decubitus (doorligplekken)
Een ondervoede cliënt/patiënt kan hierdoor in een neerwaartse spiraal terecht komen, waardoor er (nog) minder gegeten wordt en de voedingstoestand verder verslechtert. Behalve dat het effect heeft op de gezondheidstoestand en levenskwaliteit van de patiënt, kost ondervoeding de maatschappij ook veel geld. De totale maatschappelijke kosten van ondervoeding in de gezondheidszorg worden geschat op 1,8 miljard euro per jaar!
Door ondervoeding moeten mensen vaker geopereerd worden, herstellen ze langzamer en hebben ze eerder last van doorligwonden. Wanneer je ondervoeding behandelt levert iedere euro die je er in steekt €1,90 – €4,20 op.

Op weg naar de behandeling van ondervoeding
In 2018 is er een wereldwijde consensus bereikt om de diagnose ondervoeding te kunnen stellen. Het screenen op ondervoeding gebeurt door middel van een zogenaamd gevalideerd instrument zoals onder andere SNAQ 65+ (Short Nutritional Assement Questionnair) of MUST (Malnutrition Universal Screening Tool). Wanneer de uitkomst is dat de betreffende cliënt een verhoogd risico heeft op ondervoeding, volgt een tweede stap. Hierbij wordt gekeken of er sprake is van onbedoeld gewichtsverlies, een laag BMI en/of verminderde spiermassa in combinatie met de onderliggende oorzaak (zoals ziekte, verminderde inname/opname voeding). Dit leidt uiteindelijk tot een diagnose. Na de diagnose volgt het beoordelen van de voedingstoestand waarna een behandelplan opgesteld kan worden. Het screenen op en behandelen van ondervoeding, maakt deel uit van de prestatie indicator voor de zorg. Deze kwaliteitsindicatoren meten de mate waarin patiënten systematisch bij opname worden gescreend op ondervoeding en ondervoede patiënten tijdig en op adequate wijze worden behandeld.
De aanpak van ondervoeding hangt in sterke mate samen met de achterliggende oorzaak. Wanneer patiënt/cliënt een ziekte heeft waarbij opname van voedingsstoffen verstoord is, zoals bijvoorbeeld bij de ziekte van Crohn het geval kan zijn, vergt dit een andere aanpak dan een slecht passend gebit of beginnende dementie. Daarnaast verschilt de totale energie- en eiwitbehoefte natuurlijk ook per individu. Algemeen kan wel gesteld worden, dat gestreefd moet worden naar voldoende inname van eiwit (1,2-1,5 g/kg), energie en micronutriënten. Daarbij is beweging en het verhelpen van aan voeding gerelateerde klachten van belang om de neerwaartse spiraal te doorbreken.
Sim-Sa-La- ….. Eiwit
Eiwit is bij ondervoeding het toverwoord. Heel veel van onze voedingsmiddelen bevatten eiwitten zoals vlees, zuivel, ei en noten. De ene soort eiwit is echter de andere niet. Er zit met name verschil in de mate van verteerbaarheid en de aanwezigheid van essentiële aminozuren (die kan het lichaam zelf niet maken). Hoe hoger de verteerbaarheid en aanwezigheid van deze aminozuren hoe hoogwaardiger het eiwit. Hoe hoogwaardiger het eiwit, des te beter de zogenaamde anabole respons (verschil tussen eiwit aanmaak en eiwit afbraak in het lichaam). Dierlijke eiwitten zijn hoogwaardiger dan plantaardige. Dat betekent dat als je weinig dierlijke eiwitten tot je neemt, je meer eiwitten moet eten om toch voldoende essentiële aminozuren binnen te krijgen.
In het figuur hiernaast is de groei van een eiwit zichtbaar gemaakt. De inhoud van het vat (waterniveau) staat voor maximale groei. De laagste plank (lysine in dit geval) in het vat bepaalt het maximale niveau en dus de groei. Peulvruchten bevatten bijvoorbeeld niet alle essentiële aminozuren, maar door goede combinaties met bijvoorbeeld granen te maken vullen ze elkaar goed aan). Bij een gewicht van 70 kilo en verhoogde eiwitbehoefte moet er per dag zo’n 105 gram eiwit gegeten worden. Voor de warme maaltijd komt dit neer op 36 gram eiwit. Bij een normale portie (±430 gram), levert een maaltijd (inclusief dessert) tussen de 21- 32 g eiwit. Wanneer er ook nog eens sprake is van verminderde eetlust, is het een behoorlijke klus om aan de totaal benodigde hoeveelheid eiwit te komen.

Voeding als medicijn
In het verleden werd er direct naar medische voeding gekeken. Medische voeding is over het algemeen drink- of sondevoeding die voorgeschreven wordt door een arts of diëtist. Deze voeding levert snel de benodigde hoeveelheid energie, hoogwaardige eiwitten en is tevens uitgebalanceerd qua micro nutriënten. Nadeel van deze voedingen is dat niet iedereen ze lekker vindt en de prijs per verstrekking vaak hoger is dan die van reguliere eiwitbronnen.
Sinds ondervoeding meer onder de aandacht is gebracht, zijn er ook tal van ‘gewone’ producten verkrijgbaar met een hoog eiwit gehalte. Het voordeel van deze producten ten opzichte van de speciaal voedingen is dat ze makkelijk tussendoor te geven zijn, voor de consument herkenbaar zijn en de smaakwaardering is vaak hoog. In de webshop van Distrivers onder het kopje ‘Inspiratie -> Eiwitrijk’, is een groot aantal eiwitrijke producten te vinden.
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
In de loop van de eeuwen zijn de meeste mensen wat verder van de natuur komen te staan dan de eerste mens. Waar je vroeger de tent of grot van de medicijnman moest opzoeken met je kwaaltjes, nemen we nu een graai uit onze eigen medicijnvoorraad. Dat gaat vaak gedachteloos. Soms is het ook de moeite waard om eens te kijken wat de natuur ons te bieden heeft. Zo kun je heel makkelijk lekkere thee zetten, die dan ook nog eens een gezondheidsvoordeel oplevert. Officieel is kruidenthee geen thee, omdat het niet afkomstig is van de theeplant (Camellia sinensis). De meeste informatie over de geneeskrachtige werking stamt uit overlevering en is niet altijd wetenschappelijk bewezen.
Heerlijke zelfgemaakte kruidenthee
Zelf thee maken van kruiden is erg eenvoudig. Doe wat kruiden los in een glas en giet hier wat kokend water over heen. Laat het ongeveer 10 minuten trekken en maak de thee wat zoeter met bijvoorbeeld een beetje honing (rustgevend, antibacterieel). Naast de bekende verse muntthee zijn er op basis van de kruiden hieronder tal van combinaties te bedenken. De hoeveelheid is een kwestie van smaak, maar meng nooit meer dan zeven verschillende kruiden met elkaar. Losse kruiden staan heel gezellig in je theeglas. Bij kruiden in poedervorm kan een metalen of papieren theefilter gebruikt worden. Hieronder een aantal suggesties:
- vier plakjes gember, een theelepel kurkuma en een paar takjes citroenmelisse
- een stukje gember en een paar takjes citroenmelisse
- een stukje gember en een kaneelstokje
- een stukje gember, een hand muntblaadjes en twee steranijs sterren
- een stokje kaneel en twee steranijs sterren
- een stukje gember, een kaneelstokje en twee steranijssterren
- een takje tijm en een paar takjes citroenmelisse
- een paar salie blaadjes, een takje tijm en honing
- een takje rozemarijn, een handje vol munt en ginseng.
Verfrissend koud water
Op een warme dag is het ook heerlijk om ’s ochtends of de dag ervoor een kan water in de koelkast te zetten met daarin een paar takjes munt en schijfjes komkommer. Zo trekt de smaak goed in het water en heb je een lekker koud drankje.
Ice-tea
Zelf ice-tea maken is eenvoudig. Dit kun je doen door normale thee maken en dit te laten afkoelen (de thee iets sterker zetten dan normaliter). Je kunt ook een kan vullen met crushed ice en je kruidenmengsel op het ijs leggen. Als het ijs smelt neemt het langzaam ook de smaak aan van het mengsel. Nog een manier is om thee te zetten van koud water, het moet dan wel iets langer trekken (nachtje in de koelkast).
Verschillende kruiden voor thee
Karwij
Stimulerend, antibacterieel, ontspannend, verfrissend, kiem remmend, spijsvertering bevorderend, helpt borst- voeding op gang brengen, helpt bij winderigheid, bevorderd het hongergevoel en helpt tegen menstruatiepijn.
Munt
Misselijkheid, hoofdpijn, bij problemen met de spijs- vertering, antibacteriële werking, helpt bij winderigheid en puistjes.

Venkel
Verstevigende werking op de huid, slijmoplossend, ontspannend, krampwerend, bronchitis, astma, verkoudheid, oogontsteking, slapeloosheid, helpt borstvoeding op gang brengen, maagpijn, hoofdpijn, darmkrampjes bij baby’s en droge hoest.

Kurkuma
Antioxidant, verstevigende werking op de huid, ontstekingsremmend, puistjes en psoriasis.
Citroenmelisse
Ontstekingsremmend, werkt kalmerend, tegen slapeloosheid, angsten en hoofdpijn, licht zweet afdrijvend, helpt bij allergieën en is koortswerend.

Rozemarijn
Antibacterieel, ontspannend, schimmeldodend, tegen krampen, opgeblazen gevoel, diarree, reuma, jicht, ischias en eczeem.

Tijm
Antibacterieel, helpt tegen hoesten, slijmoplossend, helpt bij een kater, kalmeert het zenuwstelsel, ontkrampend en desinfecterend.
Anijs
Bevorderd de spijsvertering, zorgt voor een frisse adem en heft krampen op (zowel hoest als darmen).

Lavendel
Helpt bij lichte migraine, slapeloosheid, geheugenproblemen, ontsmettend, duizeligheid en ruis in de oren.
Kaneel
Tegen hoofdpijn, maagpijn, menstruatieklachten, darmklachten, kalmeert zenuwen, verkoudheid, keelpijn, diarree, oprispingen en bevordert doorbloeding.

Salie
Is ontsmettend, reinigend, slijm afvoerend, helpt tegen hoofdpijn, stress, opvliegers, keelpijn, angina, tandvleesproblemen en allergieën.
Gember
Helpt bij misselijkheid, reisziekte, artritis, hoofdpijn, migraine, tandpijn, hoesten en hoge bloeddruk

Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
Ten tijde van het schrijven van deze column zitten we nog midden in de intelligente lockdown. Het ontstaan van de 1,5 meter samenleving: niet kunnen knuffelen, je niet vrij kunnen bewegen, thuiswerken en je sociaal leven op een waakvlam. Het Coronavirus…, er is veel over geschreven en gezegd. Zeventien miljoen mensen (minus één) die zich profileren als Corona deskundige.
Ineens stond alles stil. Voor iedereen een bizarre tijd. Dierbaren die ziek zijn of overlijden, zelf wellicht ziek zijn. De zorg moest ineens voor een haring en applaus alle zeilen bijzetten en de bewoners werden beperkt in het contact met de buitenwereld. Die toch al kleine wereld, wordt dan ineens wel heel erg klein. Mijn ouders wonen zelfstandig. Mijn moeder (76) zei: ”Als ik nu in een verpleeghuis had gezeten, was ik ontsnapt. Dan maar ziek.” Gezien haar karakter geloof ik dat direct. Vanuit gezondheidsoogpunt (en van afstand beschouwd), vond ik het begrijpelijk dat de maatregelen op deze wijze getroffen werden. Je wilt om diverse redenen liever niet dat deze kwetsbare groep het virus krijgt. Vanuit humaan oogpunt vind ik het totaal afgesloten zijn van de buitenwereld schrijnend.
Sociaal isolement
In Corona tijd sloten bij onze klanten de dagopvang locaties. Voor veel mensen toch één van de weinige uitjes waarbij ze nog anderen spreken. Niet alleen cliënten in een verpleeg- of verzorgingshuis hebben last ondervonden van de sociale bijwerkingen van het COVID-19. Een grote groep is toch afhankelijk van een sociaal netwerk. Een buurvrouw die boodschappen doet, helpt met het huishouden of gewoon iemand die af en toe zijn hoofd om de deur steekt om te kijken hoe het met je gaat. Wanneer dit netwerk wegvalt, bestaat de kans dat iemand in een sociaal isolement terecht komt.
Ik ben anders
Alhoewel eenzaamheid dus in alle lagen en leeftijden van de bevolking voorkomt, is het gevoel van eenzaamheid bij alleenstaande ouderen wel groter dan bij de overige groepen. Eenzaamheid verschijnt in twee vormen: sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid, is er een gebrek aan contacten met andere mensen en bij emotionele eenzaamheid wordt een hechte band gemist.
Er zijn diverse redenen waardoor eenzaamheid kan ontstaan. Een verandering in je relatie, bijvoorbeeld het overlijden van je partner. Pensionering, je baan verliezen, geldproblemen of andere veranderingen in je leefomstandigheden spelen een rol. Verder kan je ‘staat van zijn’ ook leiden tot minder contacten met anderen. Denk hierbij aan iemand die depressief of dement is, iemand die het gevoel heeft anders te zijn dan anders. Het kan ook zijn dat er meerdere van deze factoren een rol spelen in het je eenzaam voelen. Eenzaamheid is dodelijker dan roken Waar je niet zo snel bij stil staat, is dat de gemoedstoestand meestal van invloed is op de rest van het lijf. Het is dan ook niet raar dat eenzaamheid kan leiden tot (de kans verhoogt op):
- het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer
- Coronaire hartziekte en beroerte
- depressie en suïcide
Sociale isolatie, leidt tot een verlaging van je immuniteit. Hierdoor ben je bijvoorbeeld vatbaarder voor ziektes. In een Amerikaans tijdschrift werd een onderzoek aangehaald, waarin gevonden werd dat eenzame mensen 50% meer kan hebben om te overlijden dan niet eenzame mensen. Derhalve werd de conclusie getrokken dat eenzaamheid dodelijker is dan het roken van 15 sigaretten op een dag.
Veel van onze dagelijkse bezigheden, die ons fysiek of mentaal gezond houden, hebben vaak ook een sociale component. Wanneer je al die dingen dag in dag uit alleen moet doen, dan kan het zijn dat je er tegen op ziet om ze te doen. Je gaat minder naar buiten, doet dan minder boodschappen, kookt niet meer zo vaak voor jezelf (als je dat allemaal überhaupt nog zelf kunt). Er is kans dat je de interesse in je verzorging verliest en je in een vicieuze cirkel weg zakt. Dat is natuurlijk niet de meest gezonde manier van leven. Een ongezonde levensstijl kan leiden tot alle bovengenoemde aandoeningen. Waarmee eenzaamheid dus eigenlijk een relatief onzichtbare, maar grote risicofactor is.
De bittere pil
Natuurlijk is eenzaamheid van alle tijden en niet specifiek Corona gerelateerd, maar het komt door deze crisis wel meer aan de oppervlakte en is daardoor meer erkend als een maatschappelijk issue. Het is helaas niet zoals bij andere gezondheidsproblemen dat je met een pilletje en een gezonde maaltijd per dag zo weer de oude bent. Er bestaat niet zoiets als dé eenzaamheid, dus bestaat dé oplossing ook niet. Daar het een gevoel betreft, is het ook nog eens persoonsgebonden, dus altijd maatwerk.
Kerst met elkaar
Als Distrivers dragen wij maatschappelijk graag ons steentje bij. Wij faciliteren o.a. diverse Eetkamer projecten en Appeltaart concerten, die tot doel hebben om ouderen gezellig samen te laten eten. Bij onze klanten, wordt er binnen de mogelijkheden veel moois georganiseerd om cliënten in de eenzame Corona tijd een hart onder de riem te steken. Zo zag ik o.a. bij Huis Humanitas van Carint Reggeland en Willem Drees- Oostpoort van Amstelring dat er muziek werd gemaakt in de buitenlucht voor de locaties. Alles binnen de mogelijkheden van de 1,5 meter samenleving.
Cliënten die lange tijd op hun kamers hebben gegeten, komen langzaam weer naar de restaurants. Hopelijk kunnen alle cliënten rond de Kerstdagen, weer gezellig samen aan één (of meerdere) mooi gedekte tafel(s) zitten om te genieten van een door Distrivers met liefde bereide feestmaaltijd.
Laat OMA Thuis
Een met liefde bereide maaltijd, zelfgebakken koekjes, een kaartje of gewoon een gesprek van mens tot mens. Wanneer we allemaal wat vaker om ons heen kijken, kunnen we met kleine gebaren de helpende hand bieden. Eenzaamheid komt ook in jouw buurt voor. Het internet is een zeer bruikbare bron om je te helpen om initiatieven te ontplooien tegen eenzaamheid.
Een kleine greep:
- Nationaal Ouderenfonds heeft verschillende initiatieven waarbij ze mensen die willen bellen, koppelen aan mensen die gebeld willen worden. Of iets laagdrempeliger, je kunt ook schrijfmaatje worden.
- Eén Tegen Eenzaamheid is een site van de Rijksoverheid om eenzaamheid tegen te gaan. Ook daar veel nationale en lokale activiteiten.
- Eenzaam.nl
- Koffieclub. Lokaal wordt er ook veel georganiseerd. Een laagdrempelig initiatief.
De meeste initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze willen verbinden. Er is een gedeelte voor vrijwilligers en voor mensen die graag iets aan hun eenzaamheid willen doen. Iedereen kan helpen! De feestdagen lenen zich uitstekend om je in beweging te zetten om anderen te helpen. Het hoeft niet moeilijk te zijn: kijk, luister, voel en vooral DOE! Ga gesprekken aan met mensen van wie je vermoedt dat ze eenzaam zijn maar… laat OMA (Opmerkingen Meningen Adviezen) thuis.
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
Tijdens tropische hitte hebben kwetsbare doelgroepen vaak meer last van de warmte. Ook kunnen bij warmte onze spieren oververhit raken, waardoor hun effectiviteit afneemt. Het is daarom extra belangrijk om voldoende vocht binnen te krijgen en koel te blijven. Wij hebben enkele tips op een rijtje gezet:
- Drink veel water. Je kunt ook voor smaakwater kiezen; lekker fris en ook nog eens gezond. Voeg naar eigen inzicht verschillende soorten fruit of groenten toe.
- Eet af en toe een waterijsje om je vochtpeil weer wat aan te vullen.
- Draag luchtige kleding.
- Koel regelmatig je polsen door ze even onder lauw stromend water te houden, zodat je huid de warmte sneller kan kwijtraken.
- Houd de ramen overdag gesloten en zet ze ’s nachts open.
- Hang vochtige lappen of de vochtige was binnen uit.
- Houd de gordijnen dicht en doe zonneschermen omlaag.
- Zorg ervoor dat je je niet teveel inspant.
- Vermijd de zon zo veel mogelijk tijdens de warmste uren van de dag; tussen 12.00 en 16.00 uur.
- Vergeet je niet in te smeren als je naar buiten gaat.
Auteur: Miranda Muis
Bij mij over tafel gaan regelmatig de woorden: “Groente moet”. De nachtmerrie (beetje gechargeerd) voor een ouder mét voedingsachtergrond is een kind dat slecht eet. Door de precisie waarmee groente terzijde werd geschoven, had ik al vroeg het idee dat er in mijn kind een goede postsorteerder zou schuilen. Blijven aanbieden, in allerlei soorten en maten, is mijn devies. Bij de oudste heeft het geholpen, nu de jongste nog.
Een kind is natuurlijk niet echt gevoelig voor argumenten dat iets gezond is. Gezond is voor hen een té abstract begrip. Wanneer voeding je beroep is, ligt dat natuurlijk geheel anders. Distrivers zorgt er samen met zorgorganisaties- en professionals voor, dat mensen met een zorgbehoefte, door leeftijd of ziekte, elke dag lekker, gezond en verantwoord eten en drinken krijgen. Daar maken groentes ook deel van uit. Groente staat in de Schijf van Vijf omdat het een lager risico vormt op het ontstaan van chronische ziektes.
De aanbevolen hoeveelheid groente per dag volgens de Schijf van Vijf, is 250 gram. Gemiddeld eten we maar 131 gram. Wanneer je goed gezond bent, is die 250 gram groente eigenlijk best te doen. Zieke of oudere mensen kampen echter vaak met een gebrek aan eetlust. Wanneer je dan 250 gram groente (en de overige componenten) op je bord ziet liggen, dan kan dat de eetlust wegnemen. De aanbevolen 250 gram hoeft echter niet in één keer bij de warme maaltijd gegeten te worden. Het kan verspreid worden over de dag. Denk aan komkommer, tomaat of radijs op een boterham of stukjes paprika met een zelfgemaakte Hummus dip als tussendoortje.
Distrivers heeft een viertal heerlijke soorten aardappelpuree ontwikkeld met daarin 30% groente. Zo eet je ongemerkt 45 gram groente extra tijdens de warme maaltijd. Deze soorten puree leveren naast de waardevolle stoffen uit groente ook maar 99 Kcal per 100 gram (gekookte aardappelen 92 Kcal).
Wat is groente?
Alle eetbare delen van een plant, beschouwen we als groente. Die scheidslijn gaat niet helemaal op. Sommige eetbare delen van een plant zijn voedingskundig ingedeeld bij fruit. Er zijn verschillende standpunten over wat groente is en wat fruit. De tuinbouwkundige indeling is het meest praktisch: groente groeit aan eenjarige planten (bij het gebruik van de plant gaat deze verloren, bijvoorbeeld wortels) en fruit groeit aan meerjarige planten.
Binnen deze indeling zou Avocado als uitzondering fruit zijn. Voedingskundig vallen (zoete) aardappelen, andere knolgewassen, peulvruchten en groentesappen buiten de definitie van een groente.
Groente levert belangrijke voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen en voedingsvezels. In groente zit onder andere vitamine C, vitamine A, foliumzuur, kalium, ijzer en calcium. In groente zitten bovendien veel bioactieve stoffen, zoals carotenoïden. Per soort kan de samenstelling wisselen, maar door gevarieerd te kiezen krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.
Vers of diepvries?
Verse groente, onbespoten van je eigen land, bevat de meeste voedingsstoffen. Wanneer je dan ook nog zorgvuldigheid betracht bij het bereiden van de groente, dan blijven deze stoffen ook nog bewaard. In de praktijk halen we onze verse groente meestal in de supermarkt, op de markt, of bij de groenteboer. Voordat de groente daar is, is hij geoogst en vervoerd naar een distributiecentrum, om vervolgens zijn reis voort te zetten naar de eindbestemming. Vanaf het moment van oogsten loopt de voedingswaarde en kwaliteit al terug. Dat komt omdat allerlei chemische processen na het oogsten gewoon doorgaan.

Diepvriesgroentes worden op hun hoogste rijpheidsgraad geoogst en geblancheerd (korte tijd blootstellen aan heet water of stoom) en snel ingevroren. Door het blancheren worden enzymen geïnactiveerd, deze zijn de oorzaak van het verlies aan nutriënten, kleur, geur en smaak. Het totale proces van oogsten en invriezen neemt maar enkele uren in beslag, waarmee veel van de voedingsstoffen dus bewaard blijven.
Groente in glas of blik hebben op zich wel dezelfde voedingswaarde, maar kunnen zout en/of suiker bevatten en zijn daardoor een minder gezonde keuze dan vers of diepvries.
Seizoen
In onze maakbare wereld is eigenlijk iedere groente op ieder moment van het jaar beschikbaar. Aan de andere kant van de wereld zijn de seizoenen omgekeerd, dus daarmee zijn de meeste groentes jaar rond verkrijgbaar. Op zich is het zo dat lokaal geteeld betekent dat je minder vervoerskilometers hebt, maar de impact van teelt op het milieu is groter. Wanneer groente namelijk op een akker geteeld wordt, verwarmt de zon het gewas. Een kas wordt over het algemeen door fossiele brandstof verwarmd. Dit heeft meer effect op het milieu dan het vervoer. In de glastuinbouw wordt hard gewerkt om het gebruik van fossiele brandstof te beperken. Onze groente leveranciers, zijn stuk voor stuk betrokken bij het milieu. Ze hebben bijvoorbeeld hun velden veelal dicht bij hun fabrieken liggen. Doordat producten worden ingevroren (in glas of blik worden verpakt) zijn ze eigenlijk het hele jaar door voorradig. Toch kiezen we er in onze menu’s vaak voor om de oorspronkelijke seizoenen te handhaven.
Groentesp(r)ookjes
Spinazie werd jarenlang ten onrechte als ultieme ijzerbron op een voetstuk geplaatst. De reden voor deze verwarring wordt op twee manieren uitgelegd. De ene versie zegt dat er een komma verkeerd is geplaatst, waardoor het gehalte extreem hoog uit kwam.
Een tweede versie vertelt dat Amerikaanse wetenschappers gedroogde spinazie verwarde met verse spinazie. Pop-eye had toen spinazie al een onuitwisbare reputatie bezorgd als ijzerbom. De echte ijzer keizers zijn dierlijk, vanwege hun betere opneembaarheid in ons lichaam. Van de plantaardige ijzerrijke producten, is spinazie wel één van de hofleveranciers.
Worteltjes hebben de reputatie goed te zijn voor je ogen. Nou is het zo dat ze een bron van provitamine A/carotenoïde zijn. Provitamines kunnen in het lichaam omgezet worden in vitamines. Vitamine A speelt een rol in het aanpassen van je ogen aan schemer. De mythe dat je van wortelen goede ogen krijgt, komt waarschijnlijk uit de Tweede Wereldoorlog.
De Britse Royal Airforce had een geheime radar technologie ontwikkeld, waarmee ze in het donker Duitse vliegtuigen konden neerhalen. Om het geheim te bewaren, zeiden ze dat het kwam omdat de piloten wortelen hadden gegeten en daarom ’s nachts goed konden zien. Dit verhaal is een eigen leven gaan leiden. Wortelen zijn niet de enige leverancier van provitamine A, onder andere ook boerenkool, spinazie en andijvie leveren deze provitamine. Vitamine A zelf komt voor in dierlijke producten.
Komkommer en selderij hebben ten onrechte de naam opgebouwd dat ze negatieve calorieën bevatten. Een voedingsmiddel dat negatieve calorieën bevat, kost meer energie om te verteren dan dat het oplevert, tenminste zo wil het verhaal. De hoeveelheid energie die nodig is om deze groentes te verteren is niet hoog, maar de energie die het oplevert is hoger. Ons lichaam heeft een efficiënte verbrandingsmotor. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de negatieve calorieën mythe.
TOP 10 favoriete groente
1. wortelen
2. sperziebonen
3. broccoli
4. spinazie
5. bloemkool
6. doperwten
7. rode kool
8. snijbonen
9. andijvie
10. prei
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
In de jaren 60, als de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn vruchten afwerpt, ontstaat er een tekort op de arbeidsmarkt. Om aan de vraag naar personeel te kunnen voldoen, worden arbeiders uit Spanje en Italië gevraagd om hier te komen werken. Wanneer de economie midden jaren 60 verder aantrekt, vraagt de Nederlandse regering Turkse en Marokkaanse gastarbeiders om in Nederland te komen werken.
Nederland had tevens een aantal kolonies: Nederlands-Indië/Indonesië (tot 1949), Suriname (tot 1975), Nederlandse Antillen (Aruba 1986, overig 2010). Vanuit deze gebieden verhuisden ook inwoners naar Nederland. In de jaren ’80 komt er nog een andere immigratiestroom op gang, van mensen die om politieke, humanitaire of economische reden hun geboorteland verlaten. Deze mensen zijn afkomstig uit alle hoeken van de wereld. De laatste jaren is de grootste groep immigranten afkomstig uit het Oostblok.
Zo ontstond er in Nederland een mooie “mix and match” cultuur.
De aardappeleter
Cultuur is meer dan alleen wat je eet. Het zijn gebruiken, normen en waarden, welke kleren je draagt, religie, et cetera. Cultuur is dynamisch. Dat blijkt wel uit het feit dat het in Nederland, tot nog niet zo lang geleden, heel normaal was dat iedere maaltijd bestond uit een voor-, hoofd- en nagerecht. Het hoofdgerecht bestond traditioneel uit aardappelen, groenten en vlees. Dat verschuift langzaam. Nederland staat bekend als aardappel etend volkje. Onze traditie om aardappelen te eten is historisch bepaald. Al was de aardappel oorspronkelijk geen Nederlands, maar Zuid-Amerikaans product. Aardappelen gedijen goed in kleigrond en in ons klimaat, hij is lang te bewaren en niet duur. Aten we tussen 2007 en 2010 gemiddeld nog 92 gram aardappelen per dag, tussen 2012 en 2016 daalde dat getal naar 74 gram. Het aantal grammen rijst, pasta en granen steeg. De gemiddelde Nederlander is wel nog steeds een echte aardappeleter.
Alles wat je niet lust zit tussen je oren! Toch?
Niet alleen de migranten hebben bijgedragen aan de verrijking van onze eetcultuur. Met het toenemen van de welvaart en bijvoorbeeld het goedkoper worden van vliegreizen, maken we door onze reislust ook kennis met andere landen en culturen.
Wat je meekrijgt vanuit je eigen cultuur bepaalt je referentiekader, dat wat je normaal en niet normaal vindt. Zo kan een delicatesse in het ene land, in een ander land grens overschrijdend gevonden worden. Een Peruaan zal waarschijnlijk zijn wenkbrauwen ophalen bij onze rauwe haring en zakken drop, terwijl wij niet begrijpen waarom hij een Cavia frituurt.
Escargots, kikkerbillen en zelfs sprinkhanen zijn tegenwoordig al minder exotisch, maar wat te denken van het volgende lijstje:
- Het Duizendjarig ei: een Chinese delicatesse, waarbij het ei 100 dagen bewaard wordt in een mengsel van ongebluste kalk en as. Het eigeel is dan donkergroen van kleur en het aroma komt je waarschijnlijk tegemoet.
- In de Filipijnen en Vietnam eten ze ook graag ei, maar dan een bevrucht eendenei. Wanneer je Balut bestelt, krijg je een nagenoeg ontwikkeld embryo in de schil.
- Gefrituurde Tarantula (vogelspin) is iets waar ze in Cambodja hun vingers bij aflikken.
- Mexicaanse Escamoles, oftewel larven van een giftige mier, die naar het verluidt een nootachtige smaak hebben en heerlijk zijn op je Taco.
- Men neme rendiervet, zeehondenolie, vers gevallen sneeuw, bessen en eventueel wat vis. Sla het luchtig, vries het in en smullen maar. Dit is geen toverdrank van de stiefmoeder van Sneeuwwitje, maar Akutag een delicatesse van de Inuit: Eskimo ijs.
Van een pot Pindakaas hoop je al niet dat hij opengaat in je koffer, laat staan dat dat gebeurt bij één van deze delicatessen.
Zoals het klokje thuis tikt
Dat je je cultuur meeneemt op reis blijkt ook uit een onderzoek wat recent gedaan is onder geëmigreerde Nederlanders. 97% van de ondervraagden gaf aan wekelijks nog Nederlands te spreken. Behalve aan de taal, houden emigranten ook vast aan Nederlandse feest- en gedenkdagen (zoals Sinterklaas), eetgewoonten (zoals speculaas, drop, kroketten, hutspot) en andere culturele tradities, bijvoorbeeld via Nederlandstalige scholen of Nederlandse verenigingen in hun huidige woonplaats. Het is dus logisch dat immigranten die naar Nederland komen, ook een stukje van hun wereld meenemen naar ons land. Zo leerden wij eerst pasta kennen en sijpelden daarna Paella, BB+R (Surinaamse Bruine Bonen met rijst) en andere exotische gerechten onze cultuur binnen.
Veel van de Multi culturele gerechten die wij kennen zijn samengestelde gerechten. De meeste van die gerechten stammen uit tijden dat men nog geen fornuizen had, maar enkel een vuurtje om op te koken. Je warme maaltijd bestaat dan noodgedwongen meestal uit een eenpansgerecht.
Het conserveren van voedsel door zouten, roken, drogen, inleggen in zuur, et cetera, stamt uit de tijd dat er nog geen koelkasten en diepvriezen waren. Door je voedingsmiddelen te conserveren, kon je in een ander seizoen nog gebruik maken van ingrediënten die de natuur op dat moment niet kan leveren.
Sommige van deze producten zijn blijvers geworden, al zijn ze natuurlijk met ons meegegroeid. Denk aan groenten in zuur, jam of het meer exotische Bakkeljauw (gezouten gedroogde Kabeljauw/Bacalao).
Ook het kunnen verbouwen, het klimaat, het beschikbaar zijn van ingrediënten, de prijs, het al dan niet kunnen bewaren en de mogelijkheden voor het bereiden van voedsel spelen een grote rol in het ontwikkelen van de betreffende cultuur.
En dan kun je niet meer zelf koken…
Soms komt er een moment, dat er intensievere zorg nodig is en dat er een lang- of kortdurende opname in een instelling plaatsvindt. Op die momenten is een stukje thuis heel welkom. Bij Distrivers hebben we zowel in onze webshop als voor onze persoonsgebonden maaltijden een Multiculturele lijn, die hierin voorziet. Heerlijke gerechten zoals Surinaamse Bruine bonen met kip, Ajam pedis, Moussaka of wat dacht u van Lamstoverij in combinatie met couscous. Wanneer door geloofsovertuigingen bijvoorbeeld Halal of Koosjere maaltijden nodig zijn, zijn die via onze webshop te bestellen.
Elke dag lekker eten en drinken, ook als het niet meer vanzelf gaat!
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Auteur: Miranda Muis
Wat als je niet meer zelf met bestek kunt eten? Met fingerfood behouden mensen met dementie hun zelfstandigheid en waardigheid!
Bestek; wat is dat?
Voor de meeste mensen met dementie komt er een moment dat ze het bestek niet meer (altijd) herkennen. Met fingerfood, oftewel ‘eten met je handen’ kunnen mensen met dementie langer hun zelfstandigheid behouden. Het kan ook een oplossing zijn voor mensen die niet de rust hebben om aan tafel te zitten en al lopende eten. Fingerfood is handig voor mensen met lichamelijke beperkingen omdat het bestek bijvoorbeeld te zwaar is.
Wat is fingerfood?
Het concept is heel eenvoudig: herkenbaar eten en drinken zonder bestek. Een maaltijd kan bestaan uit beetgare stukjes groenten, vlees en bijgerechten zoals spruitjes, gehaktballetjes en gekookte aardappelen in stukjes. Soep en desserts worden geserveerd in een drinkbeker.
Broodmaaltijden bestaan bijvoorbeeld uit in stukjes gesneden dubbelgevouwen belegde boterhammen, fruit, omelet of quiche en een drinkbeker met soep. Als tussendoortje kun je stukjes fruit of koek serveren.
Herkenbaar en kleurrijk
Waar moet je op letten bij fingerfood? Het is belangrijk dat eten herkenbaar (van vorm) is en in feite kun je bijna alle traditionele gerechten als fingerfood bereiden. Gerechten als nasi en stamppot bijvoorbeeld, kun je bereiden in de vorm van balletjes. Gerechten die zich niet goed lenen om als fingerfood gegeten te worden zijn spaghetti of bami vanwege hun sliertvorm. Kies voor contrastrijke kleuren omdat het gezichtsvermogen bij dementie vaak afneemt. Dat betekent: kleurrijk eten op een wit bord op een donkere placemat.
Serveer jus in een apart kommetje, om de aardappelen in te ‘dippen’. Omdat een kommetje heet is, is het soms verstandiger om de jus alvast over de aardappelen te gieten, zodat het kommetje niet gedronken wordt.
Kant-en-klare maaltijden of zelf koken?
Ook van kant-en-klare maaltijden kun je altijd wel een fingerfood-versie maken. In de webshop van Distrivers zijn fingerfoodsuggesties te vinden onder het kopje ‘bewust’. Is er een eigen keuken? Dan is fingerfood makkelijk te bereiden, net als in groepswoningen waar men zelf kookt.
Materialen
Geef cliënten een groot servet en serveer de gerechten op een wit warmhoud-bord, met een donkere placemat of tafelkleed. Voor cliënten die niet lang aan tafel kunnen zitten, is een kommetje handig. Serveer soep en vla uit een drinkbeker. Er kan desgewenst bestek ingedekt worden, omdat er door herkenning soms toch met bestek gegeten gaat worden.
Wanneer starten met fingerfood?
Wanneer een cliënt start met fingerfood hangt af van een aantal factoren. Zijn familie en de cliënten het er zelf mee eens? Informeer familie, bijvoorbeeld door een familie-avond fingerfood te organiseren, om bewoners en familie te enthousiasmeren. Vaak genieten cliënten weer meer van het eten en blijven ze aan tafel zitten.
Auteur: Miranda Muis
Slik…., even met de spreekwoordelijke billen bloot. Ik leef op te grote milieuvoet. Als jullie allemaal zijn zoals ik, hebben we 3,7 aardbollen nodig om te kunnen leven, althans volgens de ecologische footprint test die ik deed op de site van het Wereld Natuur Fonds.
Middels een aantal vragen over je leefstijl, wordt berekend hoeveel van de aarde jij benut. Gemiddeld heeft een mens vier voetbalvelden tot zijn beschikking. Wij vragen meer van de aarde dan wat ze kan leveren en dat heeft invloed op alles om ons heen. We vervuilen dus op grote schaal onze leefomgeving en putten onze hulpbronnen uit.
Ik ben natuurlijk niet geheel naïef, in grote lijnen weet ik wel dat ik behoorlijk wat voetbalvelden in gebruik heb. Hoe kan ik daar dan eenvoudig verandering in aanbrengen? De ecologische footprint geeft hier een aantal praktische tips voor, verdeeld over een aantal aandachtsgebieden:
- Voedsel;
- Energie;
- Afval;
- Vervoer;
- Vakantie.
In mijn geval kwam er (niet toevallig) uit dat ik op gebied van voeding wel het een en ander kan wijzigen om zo te zorgen dat ik een betere footprint of eigenlijk dus food print achterlaat. We vinden het tegenwoordig allemaal heel normaal dat we het hele jaar door aardbeien kunnen krijgen, we zalm eten die in Zuid Amerika wordt gevangen en dat ons rundvlees sightseeing in Brazilië heeft gedaan. Logistiek gaat echter hand in hand met CO2 uitstoot, doordat o.a. de vervoersmiddelen gebruik maken van fossiele brandstoffen. Om de complexiteit nog maar eens te benadrukken, soms kan het zo zijn, als alle milieubelasting bij elkaar opgeteld wordt, het onder de streep beter voor het milieu is om tomaten uit Spanje te halen, dan om Hollandse tomaten uit het Westland te eten. Wanneer de kwekers in Nederland echter op een milieubewuste manier met hun producten omgaan, ziet het plaatje er alweer anders uit.
Diverse bronnen over reductie van de ecologische voetafdruk/carbon footprint geven allemaal aan dat je door minder vlees en zuivel te nuttigen een positieve bijdrage kunt leveren aan het milieu. Dat roept de vraag op waarom dat zo is?
In het kort komt het op de volgende punten neer:
- 26% van het niet door ijs bedekte land op onze aarde wordt gebruikt voor veehouderij. Om al deze dieren te kunnen voeren, wordt 33% van de landbouwgrond gebruikt om gewassen te telen die gebruikt worden als diervoeder. Deze grond en gewassen kunnen nu dus niet gebruikt worden voor het telen van (plantaardig) voedsel voor de mens. Enige nuance in het percentage is op zijn plaats: niet overal waar dieren lopen is het land geschikt voor landbouw;
- Naast dat de dieren land gebruiken waar je ook gewassen op zou kunnen telen om mensen te voeden, kost het houden van dieren ook water. Een kilo rundvlees ‘produceren’ kost ± 15400 liter water. Ter vergelijking: de productie van een kilo mais kost 1220 liter;
- Het houden van vee heeft daarnaast als bijkomend effect dat er flink wat broeikasgassen (Kooldioxide, Methaan en Lachgas) vrijkomen. Wereldwijd is 14,5% van al het broeikasgas afkomstig van veeteelt.
- Minder vlees betekent dat (een gedeelte van) de grond gebruikt kan worden om gewassen te kweken om mensen te voeden en dat er minder broeikasgassen uitgestoten worden door vee en dat er minder water gebruikt wordt.
Een verschuiving van dierlijk naar plantaardig is naast dat het goed is voor het milieu, ook bevorderlijk voor onze gezondheid. De reden hiervoor is dat de consumptie van te veel vlees in verband gebracht wordt met allerlei ziektes zoals beroerte, type 2 diabetes en kanker. Zowel voor onze gezondheid, als voor het milieu, is het dus beter om minder vlees te consumeren.
Is massaal overstappen op biologisch vlees ook beter voor het milieu?
Zoals te verwachten is op deze vraag geen eenduidig antwoord te geven. Duurzaam gehouden vee neemt meer plaats in beslag, leeft langer, eet en drinkt daardoor meer en stoot langer broeikasgassen uit dan vee wat intensiever gehouden wordt. Het kan zo zijn dat vee uit een megastal die groene stroom gebruikt, duurzamer is dan vee wat het predicaat biologisch heeft. Wanneer we de bevolkingsgroei (±10 miljard in 2050) in acht nemen, denk ik dat we de aarde flink moeten uitbouwen om iedereen te voorzien van een biologisch stukje vlees. Met andere woorden biologisch vlees, leent zich waarschijnlijk minder voor massaproductie.
Als een vis in het water
Vis zorgt ook voor milieudruk. Vis neemt dan wel geen landbouwgrond in beslag, maar om vis te vangen zijn er boten, diepvriezen, koelhuizen etc. nodig. Door de grote vraag naar vis, ligt voor sommige vissen overbevissing op de loer en moeten andere vissen zich zorgen maken, omdat ze ongewild slachtoffer worden als bijvangst. Kweekvis kan, mits op de juiste wijze gekweekt, wel zorgen voor minder milieudruk, maar heeft weer andere bijkomende issues zoals gebruik van antibiotica.
Let’s go vegan
Na het lezen van diverse stukken omtrent milieudruk, ben ik niet verbaasd dat zelfs een vegetarische maaltijd soms niet milieuvriendelijk is. Veel van de vegetarische vleesvervangers bevatten bijvoorbeeld soja. Om soja te kunnen telen, wordt regenwoud gekapt. Het geval wil dat de vraag naar soja toeneemt als de vraag naar vlees toeneemt, omdat soja een belangrijk onderdeel van veevoer is. Vleesvervangers op basis van zuivel zorgen daardoor voor evenveel milieudruk als een stukje varkensvlees. Ook hier geldt dat afhankelijk van de teeltwijze (groen of minder groen), het seizoen waarin je het wilt eten, soort vervoer etc, de milieudruk enorm kan verschillen. Zorgvuldig kiezen lijkt het devies.
Conclusie
Ik heb gemerkt dat de materie enorm complex is. Het is niet zo dat een vleeseter in zijn eentje onze aarde milieu-technisch om zeep helpt. De werkelijkheid ligt genuanceerder. We hoeven dus niet allemaal vegetariër te worden. Vee is eigenlijk ook nodig, omdat voor ons ontoegankelijke eiwitten zoals gras en graan om te zetten in toegankelijke eiwitten zoals melk, eieren en vlees. In een circulair systeem, hoort er dan ook bij dat je het vlees en de mest wat voortkomt uit dit proces ook zo volledig mogelijk benut. We zijn wellicht een beetje doorgeschoten, waardoor het geen sluitende cirkel meer is en de balans dus zoek is geraakt. We kunnen nog heel wat stappen maken op weg naar een betere ‘foodprint’. Natuurlijk zijn er grotere taken weggelegd voor onze overheden, zowel lokaal, centraal als internationaal. Dat ontslaat ons denk ik echter niet, om ons best te doen om onze milieulast te drukken. Bijvoorbeeld door:
- Minder vlees en zuivel te eten;
- Producten zoveel mogelijk eten wanneer de natuur ze aanbiedt;
- Vis met een keurmerk (MSC of ACS) te kopen;
- Vleesvervangers op basis van peulvruchten, noten of biologisch soja te kiezen;
- Als we vlees eten, soorten te kiezen die een lagere milieulast hebben, zoals kip
Veder ben ik er voorstander van dat iedereen vooral moet leven zoals het hem of haar gelukkig maakt. Nou ja, binnen de grenzen van wat maatschappelijk toelaatbaar is dan.
Auteur: Miranda Muis
De gezondheidsraad is een wetenschappelijk adviesorgaan van de Nederlandse overheid. Een van de werkterreinen van de raad, is het adviseren omtrent effecten van voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen op de gezondheid’.
Deze commissie onderzoekt of voeding het risico op ontstaan van chronische ziekten vergroot. Ze bundelen hun bevindingen in de “Richtlijnen Goede Voeding”. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor preventie van chronische ziekten in de algemene bevolking. Bij het verschijnen van de “Richtlijnen Goede Voeding” in november 2015 werd er een nieuw advies gelanceerd: “Eet wekelijks peulvruchten”.
Het advies om wekelijks peulvruchten op het menu te zetten, werd overgenomen door het Voedingscentrum en maakt deel uit van de ‘Schijf van Vijf’ . Peulvruchten passen ook prima in de verschuiving die gaande is om minder dierlijke producten te nuttigen.
Wie mogen zich eigenlijk peulvrucht noemen?
Peulen zijn lid van de Vlinder- bloemigen. Alleen de Vlinderbloem- familie heeft peulen, buiten deze familie komen peulen niet voor. Plantkundigen en voedingskundigen gebruiken ieder een andere definitie van de peulvruchtengroep. Voedingskundigen verstaan onder peulvruchten: bruine, witte en zwarte bonen, kapucijners, kievitsbonen (borlotti), limabonen, linzen, kikkererwten, kidneybonen en sojabonen. Groene peulvruchten (sperziebonen, snijbonen, doperwten, peultjes, sugarsnaps en kouseband), worden in de voedingswereld tot de groentesoorten gerekend. Pinda’s rekenen we tot de groep noten.
Peulvruchten hebben een bewezen gunstig effect op het verlagen van het LDL Cholesterol gehalte. Het LDL (Low Density Lipoproteïne) Cholesterol is het ‘slechte’ cholesterol (LDL te onthouden door het ezels- bruggetje ellende of Last door Lijden). Als het LDL Cholesterol gehalte te hoog is, kan cholesterol zich gaan afzetten op de vaatwanden van slagaders. Hierdoor verhoogt de kans op het krijgen van artherosclerose (aderverkalking).
In ons huidige voedingspatroon, nemen peulvruchten een zeer bescheiden plek in. De helft van de Nederlanders eet nooit peulvruchten. Tien procent van de bevolking eet 8 gram of meer peulvruchten. Gemiddeld eten we slechts één dag (of minder) per week peulvruchten.


Naast de bewezen gezondheidsvoordelen, heeft de peulvrucht nog wel een klein imago-issue. Bonen hebben bij sommige mensen een flatulerend effect, waardoor ze minder populair zijn. Daarbovenop komt nog dat naast stoffen die de gunstige werking beïnvloeden, ze ook zogenaamde antinutriënten bevatten. Antinutriënten zijn stoffen die de werking en opname van andere nutriënten negatief kunnen beïnvloeden. Een plant maakt ze aan ter bescherming van zichzelf en haar nageslacht. Peulvruchten bevatten de antinutriënten: lectine, fytinezuur en saponine.
Lectine komt voor in bonen, granen, zaden noten en aardappelen. In grote hoeveelheden en ongekookt kunnen ze voor darmproblemen zorgen, doordat het lectine een interactie aangaat met epitheel cellen van de darmen. Er ontbreekt overtuigend bewijs dat lectine echt schadelijk is. Fytinezuur komt voor in granen, noten, peulvruchten, fruit en groente en is in staat zich aan mineralen te binden.
Door deze eigenschap kan de opname van mineralen in ons lichaam belemmert worden. Door koken, bakken, roosteren, fermenteren, inmaken en door het enzym fytase zijn we uiteindelijk in staat om ongeveer 75% van het fytinezuur af te breken. En daarnaast zijn er ook aanwijzingen dat fytinezuur als anti oxidant een gunstig effect heeft tegen o.a. kanker, nierstenen en dergelijke.
Saponinen ook wel zeepstof genoemd, worden door planten geproduceerd ter bescherming tegen het opeten door insecten en tegen bacteriën en schimmels. Ze komen met name voor bij sojabonen, erwten, spinazie, tomaten en, knoflook, kruiden en aardappelen. Saponine lost het membraan op van rode bloedcellen, wanneer het rechtstreek in de bloedbaan wordt geïnjecteerd. Ook voor saponine lijkt het dat hier positieve eigenschappen zoals het verlagen van risico op kanker tegenover te staan.
Er is dus geen enkele reden om het advies van de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum naast ons neer te leggen. Bovendien zijn peulvruchten lekker en veelzijdig. Hun plaats in het menu is voor ons carnivore Nederlanders soms een beetje lastig. In de schijf van vijf zijn ze bij vlees/vis/ei ingedeeld, vanwege hun hoge eiwitgehalte. Je kunt ze dus prima eten, wanneer je het vlees een dagje wilt laten staan.
In het assortiment van Distrivers hebben we keus uit tal van lekkere gerechten met peulvruchten: Bruine bonen of erwtensoep, Linzensoep, Tajingroente (kikkererwt), Stamppot Bartje (bruine bonen), Chili con Carne, Surinaamse bruine bonen met kip, Witte bonen in tomatensaus, Chakalaka rundvlees (witte bonen), Witte bonenschotel, Stamppot blote billen in het gras, Kapucijnerschotel, Kapucijners met spek, Mexicaanse rijstschotel (kidneybonen).
Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Blijf automatisch en vrijblijvend op de hoogte van al onze ontwikkelingen en nieuws.