Welkom bij Distrivers

Infoodtainement: vette hap (deel 2)

Lees deel 1 van deze column hier.

Cholesterol

Een verhaal over vet is niet compleet, zonder dat de rol van Cholesterol is besproken. Cholesterol is een vetachtige stof, die in de lever kan worden aangemaakt. We hebben cholesterol nodig, want het is een bouwsteen voor o.a. zenuwweefsel, gal, hormonen, vitamine D.  Om van A naar B te komen in het lichaam, wordt vaak voor transport door bloed gekozen. Bloed bestaat uit water, en vet is niet oplosbaar in water. De natuur heeft overal een oplossing voor. In dit geval zijn dat eiwitten die gekoppeld worden aan een vetachtige stof (lipoproteïnes). Dan komen er twee bekenden om de hoek kijken: LDL en HDL. Beide hebben een functie.

LDL

LDL is de chauffeur die cholesterol vervoert van het bloed naar de rest van het lichaam. Deze chauffeur heeft wel eens overbelading, waarbij een teveel aan LDL-cholesterol aan de binnenwand van bloedvaten blijft plakken. Daar waar de wand beschadigd is door bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk of roken, blijft het makkelijker plakken. Zoals een douchekop die dichtslibt door kalk, slibben slagaderen soms langzaam dicht door vetophoping. Daar waar het kalk soms spontaan uit de douchekop schiet, kan een losgeschoten stukje plak in je slagader een afsluiting veroorzaken en zo bijvoorbeeld zorgen voor een hartinfarct.

HDL

HDL is de vuilniswagen die het cholesterol vanuit het bloed naar de lever afvoert. Van daaruit verlaat het cholesterol via afbraakproducten zoals gal en ontlasting ons lichaam. Het HDL-cholesterol beschermt het lichaam tegen hart- en vaatziekten. HDL-cholesterol noemen we het goede cholesterol. Beter te onthouden is LDL-cholesterol is het Lelijke cholesterol en HDL is de Held.

Zoals altijd is het niet zwart wit. LDL heeft wel degelijk een functie en is gewoon een overijverige werknemer die veel hooi op zijn vork kan nemen. Met andere woorden een gezond voedingspatroon, een normale bloeddruk en-suiker, niet roken, een gezond gewicht, voldoende beweging en een minimum aan stress zorgen voor minder lading en dus minder kans op schade aan slagaderen. Een beter evenwicht dus.

Transvetten

Dan hebben we nog de groep Transvetzuren ook wel transvetten, dit zijn onverzadigde vetten. Aha dat zijn dus de gezondere vetten. Nee! Het zijn onverzadigde vetten, die zich gedragen als verzadigde vetten. Ze verhogen de kans op hart- en vaatziekten, doordat ze het LDL-cholesterolgehalte verhogen en ook nog eens het HDL-cholesterol verlagen. Geadviseerd wordt, om minder dan 1% van je calorieën (=± 2gram) uit transvet te halen. Transvet zit van nature in dierlijke producten (vlees en zuivel) en in de industrie wordt het soms gebruikt, om bijvoorbeeld plantaardige vetten iets harder te maken en producten meer structuur te geven. In Nederland is de afgelopen jaren door de industrie hard gewerkt, om transvetten te vervangen. Minder dan 0.5% van onze calorieën is afkomstig uit transvet.

Het is lastig af te leiden hoeveel transvet een product bevat. Staat er op de verpakking dat er (gedeeltelijk) geharde of (gedeeltelijk) gehydrogeneerd vet/olie gebruikt is, dan zijn daar meestal transvetten bij betrokken. Het voedingscentrum adviseert inzake transvet, om zoveel mogelijk te kiezen voor zachte of vloeibare vetten en niet te veel koek, gebak en snacks te eten.

Eten we teveel vet?

Zoals hierboven te lezen is, heeft vet een functie en hoeven we het niet helemaal uit onze voeding te schrappen. We hebben vet nodig om de verschillende processen in ons lichaam soepel te laten verlopen. De aanbevelingen om niet meer dan 20-40% van de energie die je tot je neemt, te laten bestaan uit vet, dat betekent in grammen dat je niet meer dan 89 gram vet per dag zou mogen eten. Uit de Voedselconsumptiepeiling blijkt dat we gemiddeld 35% van onze energie uit vet halen (84 gram). Hiervan is 12.6%  verzadigd vet en 0,3% bestaat uit transvet. We zitten dus aan de bovengrens van de aanbevelingen voor wat betreft totaal vet en over de grens voor verzadigd vet. Een verbeterslag is dus te halen door ons aandeel totaal vet te verminderen door verzadigd vet te schrappen en te vervangen door onverzadigd vet

Cijfertjes

We eten geen cijfers, dat is puur theorie. Praktisch gezien halen we het grootste gedeelte van ons verzadigd vet uit: zuivel, vlees, snoep, koek, snacks, vetten en oliën. Snoep en koek zijn lekker, maar leveren natuurlijk naast een kort genotsmoment, weinig belangrijke voedingsstoffen. Het is ook niet voor niets, dat ze buiten de Schijf van Vijf vallen. De aanbeveling voor producten die buiten de schijf vallen, is niet vaker dan drie tot vijf keer per dag iets kleins. Voor zuivel, vlees, vetten en oliën zijn afzonderlijke richtlijnen opgesteld. Samenvattend komt het neer op niet meer dan 500 gram vlees per week (incl. vleeswaren), halfvolle-magere zuivel en harde vetten vervangen door zachtere vetten.

Belangrijk is, dat wanneer gezocht wordt naar een vervanger voor het verzadigde vet, dat dit evenwichtig gebeurt. We laten we niet zomaar calorieën vallen, er wordt dan meestal een alternatief gezocht. Een alternatief moet natuurlijk niet meer calorieën, suiker, zout etc. bevatten. Nagenoeg iedereen weet wel, dat een volkoren boterham gezonder is dan een zak chips. Maar je zult zelden iemand zien, die met een zak volkorenbrood naast zich op de bank een voetbalwedstrijd gaat kijken.

Wil je meer tips over gezonde voeding? Je kunt altijd terecht bij een diëtist in je buurt.

Column door: Stephanie Slot
Voedingsdeskundige en menu-engineer bij Distrivers

terug naar boven